Al maanden horen we dat de rentevoeten op de woonkredieten zullen stijgen. Zitten de tarieven werkelijk in stijgende lijn? En betekent dat echt dat lenen voor een huis duurder wordt?
Eind 2010 en ook nog in de eerste helft van 2011 gingen veel meer mensen een woning kopen uit schrik voor stijgende rentevoeten. Die schrik was ongetwijfeld ingegeven door de niet-aflatende stroom van waarschuwingen dat er weldra een eind zou komen aan de periode van historisch lage marktrentes.
Wie een blik werpt op de tarieven die de banken hanteren voor woonkredieten, kan alleen maar vaststellen dat de marktrente weliswaar gestegen is, maar dat de rente op hypothecaire kredieten een minder uitgesproken beweging maakte. Gelijktijdig explodeerde de inflatie tot een piek van 3,75 procent in juli. Dirk De Cort, hoofdeconoom van de Beroepsvereniging van het Krediet, vindt dan ook dat 'de kostprijs van een woonkrediet momenteel vrij laag' is.
Slinkende winstmarge
De rente op de Belgische tienjarige OLO bedroeg in september 2010 2,8 procent. Begin september 2011 schommelt die rond 4 procent, nadat in augustus een piek van 4,4% bereikt werd. “Terwijl de marktrente met 1,2 procentpunt aandikte, werd een krediet op 20 jaar tegen vaste rentevoet slechts 0,2 procentpunt duurder”, aldus kredietmakelaar John Romain van Immotheker. “De banken konden het zich permitteren om hun winstmarge te verkleinen omdat ze zo goedkoop geld kunnen ophalen via de spaarboekjes”, legt hij uit.